Theorie
De vorige keer met theorie had ik jullie uitgelegd dat je uit het zanddeeg
namelijk 3 soorten degen kan halen namelijk; roerdeeg, wrijfdeeg en kookdeeg.
Deze week gaan we de roerdeeg behandelen.
Dit deeg staat bekend om zijn specifieke bereiding, je moet namelijk zorgen dat
je zo WEINIG MOGELIJK lucht in je deeg krijgt, anders krijg je de brosse structuur
niet waarvan koekjes/producten zo bekend van zijn. Van dit soort deeg maken we
vaak whasingtons, kattentongen, kletskoppen, romia’s enz.
Hoe maak je dit deeg:
- Weeg je ingrediënten af.
- Maak de boter of margarine wat zacht door een paar seconden in de magnetron
te doen, of haal het een nacht voor verwerking uit de koelkast.
- Meng de boter of margarine met de suiker en de smaakstoffen* (dus vanille,
kaneel etc) tot een zalvige massa, op lage snelheid!. Maar dit mag niet luchtig
zijn! Dus is het zalvig en het is gemengd ? dan is het klaar ga door naar de
volgende stap.
- Voeg de vloeibare bestanddelen toe, dus dit betekend meestal in dit geval ei.
Meng dit ook weer tot een zalvige, niet luchtige massa op lage snelheid. Dus
als het doorelkaar is gemengd dan is het klaar.
- Voeg de bloem in een keer toe! Meng dit zo KORT mogelijk dus als het er
doorzit en het is een samenhangend deeg, klaar stoppen.
- Voeg evt. de opgegeven of geheel naar
smaak garnituur* toe (dit kan zijn: chocolade druppeltjes, besjes, kleine
nootjes etc) Meng dit kort door dus, als het er door zit is het klaar!
- Doe het deeg in een spuitzak met spuitmondje en verwerk het deeg.
Het is dus echt de truck bij dit deeg en ik kan het niet vaak genoeg zeggen:
ZORG DAT JE WEINIG TOT GEEN LUCHT KRIJGT IN DIT DEEGSOORT. Anders krijg je niet
het soort product wat de bedoeling was van het recept. En dat zou hartstikke zonde zijn!
Het lijkt allemaal heel moeilijk op papier, maar dat is het niet neem gewoon
een keer de tijd en ga rustig te werk, hoe
vaker je dit geoefend hebt, hoe sneller en minder ingewikkeld dit word.
Hierboven zal ik lekkere recepten plaatsen om deze deegsoort goed te kunnen
oefenen!
* smaakstoffen = zijn stoffen die invloed hebben op de smaak van het product
* vloeibare bestanddelen = het soort ingrediënt(en) dat vloeibaar is.
* garnituur = een toevoeging aan een vulling/deeg.
Tip van de bakker:
- Lees eerst een paar keer het recept
door hoe je iets moet doen, zodat je wat zekerder bent van wat je doet en hoe
je het doet als je het leest. Zodat je vaak niet als een kip zonder kop de
keuken als het ware door rent.
- LET OP! Het deeg vloeit meestal erg
veel uit dus hou altijd rekening met de afstand waar je de volgende koekjes
spuit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten